Soms heb je gesprekken die je lang heugen. Ik neem u mee naar een training die ik onlangs gaf. In één van de pauzes raakte ik in gesprek met een ferme ondernemer van een middelgroot installatiebedrijf. Een man met oog voor vakmanschap en ondernemerschap in zijn bloed. Een man die als een vader over zijn personeelsleden praat, maar ze aanstuurt als een leerkracht die voor een lastige klas staat. In ons gesprek kregen we het over een project waar hij als bedrijf bij betrokken is. “We mogen mooie installaties installeren in een prachtig innovatief kantorenpand; het technische neusje van de zalm. Maar de projectleider die de bouw leidt, begrijpt er niets van. En weet je wat er gebeurt? De aannemer grijpt in op het bouwproces na een gesprek met de klant. Terwijl wij nog volop aan de slag zijn, worden de plannen veranderd! Ik was boos…. Vooral ook omdat ik het pas dagen later hoorde en we toen opnieuw konden beginnen!” Het stoom kwam nog uit de man z’n oren. “De aannemer had het overigens uiteindelijk toch verkeerd en mijn mannen hadden het in eerste instantie wel goed gedaan. Maar toen was iedereen al weer dagen verder.” Ik luisterde beleefd, leefde mee maar hoorde vooral één ding niet…. samenwerken. Mijn vraag was dan ook simpel: Had je gewoon niet eerder met de aannemer en de klant aan tafel moeten zitten? “Om wat te bespreken? Wij zijn maar een onderdeel van het gehele bouwproces” zei hij geïrriteerd.
Blind, bang of bescheiden?
In de uren erna stoeide ik in mijn hoofd met de vraag: wat is dit nu? Zijn we als branche blind, bang of bescheiden. Want het gesprek is zo herkenbaar. Er is geen Nederlander die niet dagelijks de meerwaarde van de technische installatiebranche ervaart. Bescheidenheid is dus niet nodig. Maar de wereld is wel aan het veranderen: maatschappelijk, economisch en technologisch. Sectoren overschrijden voortdurend elkaars grenzen met de uitdagingen die er liggen; niet langer is solistisch vanuit de eigen discipline werken het uitgangspunt. Blind hiervoor? Nee, want we zien het gebeuren. Sterker nog, we zijn er een onderdeel van. Bang? Nee, want zo zitten we als branche niet in elkaar. We houden van het aanpakken!
Dus wat is het dan? Misschien wel een blinde vlek? We zien als technische installatiebranche dat we onderdeel zijn van een groter geheel. Maar iets weerhoudt ons ervan om een positie aan tafel in te nemen en vanuit onze kennis een bijdrage te leveren aan het brede creatieproces voor de klant. We zijn vooral met onszelf bezig, maar vergeten dat in een veranderende omgeving de klantvraag ook verandert. Die klantvraag zet in op integrale samenwerking. Gezamenlijk met andere disciplines luisteren en gezamenlijk werken naar de best passende oplossing zonder faalkosten. Dit betekent dat we op een andere manier om ons heen moeten gaan kijken, andere samenwerkingsverbanden moeten aangaan, verdienmodellen onder de loep leggen en vooral ook anders naar ons zelf moeten leren en durven kijken. Ketendenken. Maar dat is een uitdaging! Einstein zei het al zo treffend: Je kunt een probleem niet oplossen met de denkwijze die het heeft veroorzaakt.
Speelveld
De keten is ons speelveld, maar zeker nog niet ons domein tot op heden. Waarom niet? Daarvoor zijn vele redenen te noemen. De economische omstandigheden hebben druk uitgeoefend op de positie van de branche en ondernemers gevormd. Maar ook is de cultuur in bedrijven een verklaring. Ik haak even terug op eerdergenoemde ondernemer. Met een hart van goud stuurt hij ferm zijn monteurs aan, in strakke roosters en met vooral oog voor de financiën. Begrijpelijk! Maar er is vrijheid van denken en eigen verantwoordelijkheid nodig om mensen in beweging te krijgen en uit hun comfortzone te halen. En die beweging is nodig, want uit beweging komt innovatiekracht en samenwerken voort. Ondernemers moeten hun lef laten zien! Lef om vooruit te blijven kijken, kennis en netwerk te delen, in de keten te opereren als een spin in het web én het verbinden van nieuw vakmanschap aan de klantvraag. Maar ook lef om onder ogen te zien dat een andere bedrijfsvoering nodig is. Dat is een grootse opgave.
Wat is de toekomst? Sterke coöperaties die nieuwe netwerken weten te realiseren, te onderhouden en voortdurend uit te breiden als de BV van de toekomst. Ik ben van mening dat wij als branches een leidende rol moeten nemen en de aanjager moeten zijn van #HetNieuweBouwen. Als we deze rol niet pakken en met nieuw elan de echte samenwerking opzoeken, dan laten we enorme kansen liggen en lopen we het risico de weg definitief kwijt te raken. Is dit toekomst? Nee. Maar ik zou willen zeggen: de tijd dringt! Andere sectoren staan klaar om onze rol over te nemen. Doemdenken? Nee. Er is een duidelijke stip op de horizon met uitdagingen en kansen. De vraag is echter: heeft u de lef te veranderen en het anders (beter) te doen!